Marleen
Marleen werkt sinds 2001 bij Rijndam als bewegingsagoog, een beroep waarin sport en beweging worden ingezet om de kwaliteit van het dagelijks leven van patiënten te verbeteren. Waar ze ooit begon met een tijdelijke baan na haar stage, is ze inmiddels 23 jaar verder en werkt ze nog steeds bij Rijndam met hetzelfde plezier. ‘’Ik heb geen werk, ik heb een hobby’’.
Elke dag biedt nieuwe uitdagingen
Als bewegingsagoog gebruik ik sport als middel om de doelen van het dagelijks leven te bereiken. Ik ben begonnen met het werken met volwassenen in de Neurorevalidatie. Daarna maakte ik de overstap naar het werken met kinderen, daar ligt echt mijn hart. Kinderen hebben iets bijzonders; elk kind is anders en elke dag biedt nieuwe uitdagingen.
Het werk is enorm gevarieerd; geen enkele dag is hetzelfde. De kinderen waarmee ik werk verschillen sterk in leeftijd en hebben heel uiteenlopende diagnoses. Dat vraagt veel creativiteit en flexibiliteit. Soms werken we aan rolstoeltraining en het nemen van stoepjes, of oefenen we hoe je met een handbike naar de stad kunt gaan om weer te kunnen winkelen met vriendinnen. Andere keren zijn we simpelweg een bal aan het oppakken, terwijl we ondertussen werken aan de rompbalans. Het draait om het benutten van sport om in het dagelijks leven weer mee te kunnen doen. Weer later in het traject kijken we hoe en welke sporten beoefend kunnen worden vanuit de thuissituatie.
Het grijze gebied van de bewegingsagoog
Wat ik bijzonder vind aan mijn werk, is het grijze gebied waarin de bewegingsagoog zich bevindt. We werken veel samen met andere therapeuten, zoals de ergotherapeut, logopedist en fysiotherapeut. Het is niet altijd eenduidig welk stukje van de revalidatie onder wiens verantwoordelijkheid ligt, veel van onze doelen hebben overlap voor de patiënt.
Een voorbeeld van deze samenwerking en overlap is een fysiotherapeut die een jongere weer leert lopen. Zij starten met opnieuw leren staan en daarna het zetten van kleine stappen. Ik begin met de jongere aan de tafeltennistafel en bouw vanaf daar het staan weer op. Vervolgens zetten we de eerste stappen opzij, om een bal te kunnen slaan. Daarna spelen we Jeu de Boules, waarbij we een langere afstand naar de ballen lopen.
Ook kijk ik als bewegingsagoog wat er binnen de mogelijkheden van het kind ligt om weer te kunnen sporten, juist door aanpassingen te doen. Ik richt mij niet op het verbeteren van een aangedane arm, maar pas het tafeltennisbatje voor deze arm aan. Of ik richt mij juist op het trainen van de andere arm. Zo vullen ik en mijn collega’s elkaar aan, altijd met hetzelfde doel voor ogen: de patiënt zoveel mogelijk laten bereiken om weer (zelfstandig) mee te kunnen doen in de samenleving.
Kinderen weer zien stralen
De vooruitgang die ik zie bij de kinderen is wat mij elke dag motiveert. Het mooiste moment is wanneer ze beseffen dat er nog zoveel mogelijk is, ondanks hun beperkingen. Een kind dat in een rolstoel zit, kan bijvoorbeeld gewoon weer skiën. Met de een heb je grote nieuwe stappen gezet en bij de ander zijn het de kleine dingen in het dagelijks leven weer zelf kunnen doen, wat zo mooi is. Ouders vertellen vaak dat ze hun kind weer zien stralen, als ze bijvoorbeeld in het zwembad zijn en zich even niet beperkt voelen door hun rolstoel.
Mooie en verdrietige kanten
Ik ben inmiddels al lang onderdeel van het team hier en heb een sterke band met mijn collega’s opgebouwd. We helpen elkaar waar nodig en als er iemand ziek is, val ik in om ervoor te zorgen dat de patiënten toch hun beweging krijgen. Soms vraag ik me zelfs af of ik nog puur bewegingsagoog ben, of dat ik ondertussen van alles wel een beetje heb meegepikt. Ook op emotioneel vlak vang ik veel op van de kinderen, ze vertrouwen me hun verhalen toe tijdens het sporten.
Een van de moeilijkste aspecten van mijn werk is het verliezen van kinderen. Sommige kinderen zie ik tijdens hun laatste maanden meerdere keren per week. Ondanks het verdriet probeer ik in die tijd iets moois voor ze te betekenen. Het is een intens proces, maar zelfs in die momenten ervaar ik waardering van zowel de kinderen als hun ouders. Het besef dat ik iets heb kunnen bijdragen aan hun laatste momenten geeft me veel kracht.
Geen werk maar hobby
Rijndam is voor mij als een tweede thuis. Hier werk ik niet alleen met plezier, maar ik voel me ook enorm gewaardeerd. Ik voel altijd een wederzijdse verbondenheid: Rijndam staat voor mij klaar en ik voor Rijndam. Mijn collega’s zijn als familie voor me. Er hangt een goede sfeer, en ik merk dat dit bijdraagt aan het geluk dat ik dagelijks ervaar in mijn werk.
Wat mijn man vaak zegt, klopt helemaal: “Jij hebt geen werk, jij hebt een hobby.” En zo voelt het ook. Ik ben elke dag gelukkig in wat ik doe, en hoewel ik weleens heb nagedacht over de toekomst of verdere studie, kan ik me niet voorstellen dat ik iets anders zou willen doen. Dit werk geeft me voldoening en geluk, daar ben ik enorm dankbaar voor.
Werken bij Rijndam
Wil je meer lezen over hoe het is om te werken bij Rijndam?