Direct naar de content Direct naar de footer

Beenamputatie

Bij revalidatie na een beenamputatie leren we je zo goed mogelijk omgaan met de gevolgen van de amputatie. Je leert om een zo zelfstandig mogelijk leven te leiden, waarbij je je dagelijkse activiteiten waar mogelijk weer zelfstandig oppakt. Samen met de behandelaren werk je aan een zo optimaal mogelijk herstel op lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk gebied. Je zult jezelf verbazen! 

Scroll naar

    Hoe kan revalidatie jou helpen?

    Bij revalidatie na een beenamputatie leren we je zo goed mogelijk omgaan met de gevolgen van de amputatie. Je leert om een zo zelfstandig mogelijk leven te leiden, waarbij je je dagelijkse activiteiten waar mogelijk oppakt. Samen met de behandelaren werk je aan een zo optimaal mogelijk herstel op lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk gebied.

    Bij revalideren bij een beenamputatie wordt er aandacht besteed aan de controle van de wond en stomp, er wordt gekeken naar hoe je je veilig kunt verplaatsen en hoe je dagelijkse handelingen kunt uitvoeren met en zonder prothese. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de verwerking van het verlies. In overleg met een instrumentenmaker worden de mogelijkheden voor een eventuele prothese besproken en leer je die prothese te gebruiken. Daarnaast helpen we bij het aanvragen van voorzieningen en hulpmiddelen. En als je dat wil, krijg je advies over het functioneren op je werk na een amputatie en worden de mogelijkheden op gebied van vrijetijdsbesteding doorgenomen, waaronder sport/bewegen.

    Als je recent een beenamputatie hebt ondergaan is het altijd zinvol te revalideren. Maar ook als de beenamputatie langer geleden is, kan revalidatie zinvol zijn voor begeleiding op lichamelijk of geestelijk vlak. Misschien kun je om medische of andere redenen (nog) niet actief revalideren bij Rijndam. Dan stellen we de revalidatie uit of we geven je advies wanneer en op welke plaats je het best kunt revalideren.
     

    De revalidatiearts of arts-assistent bespreekt het behandelplan en de doelen met je en geeft aan hoe lang de behandeling ongeveer gaat duren. De behandelingen vinden individueel plaats en/of in groepen. De behandeling eindigt meestal, als je doelen zijn behaald of als je zelf thuis verder kunt werken aan de doelen. De behandeling kan ook stoppen als blijkt dat doelen niet haalbaar zijn of als de behandeling ergens anders kan worden voortgezet, bijvoorbeeld bij behandelaren bij je in de buurt. 

    Afhankelijk van waar je tegenaan loopt, je mogelijkheden en onze observaties bepalen we hoe we gaan behandelen. Meestal is de behandeling poliklinisch, maar wanneer het niet mogelijk is om thuis te functioneren, kan het zijn dat wij een opname in onze kliniek voorstellen.

    Klinische behandeling

    Onze kliniek is bij onze locatie aan de Westersingel in het centrum van Rotterdam. Het revalidatietraject is meestal nog niet afgerond na een klinische opname. Het merendeel van de patiënten gaat na klinische revalidatie verder met poliklinisch revalideren.

    Poliklinische behandeling

    Bij behandeling of nabehandeling in de polikliniek slaap je gewoon thuis. Je komt dan steeds op afspraak voor behandeling naar Rijndam. Dit zal ongeveer twee keer per week een aantal uur zijn. Afspraken worden vaak gecombineerd.
     

    De revalidatiearts of arts-assistent bekijkt welke behandelaren voor je revalidatietraject nodig zijn en stelt op grond hiervan het behandelteam samen. Het behandelteam kan naast de revalidatiearts en arts-assistent bestaan uit een ergotherapeut, fysiotherapeut, maatschappelijk werker, psycholoog en verpleegkundigen. Andere medewerkers met wie je in contact kunt komen, zijn de therapie-assistent, activiteitenbegeleider, werkmeester, bewegingsagoog, geestelijk verzorger, diëtist en gipsverbandmeester. Voor de prothese wordt nauw samengewerkt met een orthopedisch instrumentmaker.

    Meer over het behandelteam

    Behandeling kost meestal aardig wat tijd en inzet. Het verschilt per persoon hoe lang de behandeling duurt.  Dit hangt af of er klinisch wordt gerevalideerd, of dat de amputatie al langer geleden is en poliklinische revalidatie voldoet. 

    Bij klinische behandeling

    Als blijkt dat opname bij Rijndam voor jou de beste behandeling is, duurt de opname ongeveer 12 weken. De beslissing over voortzetting van de opname neemt het behandelteam in overleg met jou na drie weken. De eerste weken verblijf je bij Rijndam en wordt de therapie opgebouwd en uitgebreid. Zodra dit mogelijk is ga je in de weekenden naar huis om in je eigen woonsituatie toe te passen wat je hebt geleerd. In het begin maak je samen met een therapeut een activiteitenschema voor thuis. In de loop van de opname ga je dat steeds meer zelfstandig doen. Je maakt een start met dagelijkse activiteiten thuis en buitenshuis (huishouden, gezinstaken, eventueel werk). Het gaat er immers om dat je na de revalidatie weer de dingen kunt doen die je graag wil doen.

    Na de opname volgt vaak nog poliklinische behandeling om de geleerde activiteiten en handelingen thuis vol te houden en je activiteiten verder uit te breiden.

    Poliklinische behandeling

    Bij poliklinische behandeling wordt uitgegaan van een behandelperiode van gemiddeld 12 weken. De ervaring leert dat vooral de eerste weken van de behandeling zwaar zijn, zowel lichamelijk als emotioneel. Je klachten kunnen tijdelijk toenemen, doordat je meer of anders gaat bewegen of doordat je geconfronteerd wordt met je beperkingen. Bovendien is tijd en rust nodig om na te denken over alles wat je leert en krijg je opdrachten mee naar huis.

    Voor een goed resultaat van de behandeling is het belangrijk om thuis en op het werk regelingen te treffen. Blijven werken is in het algemeen mogelijk op de dagen dat je niet naar Rijndam komt. Een dag revalideren is net zo belastend als een dag werken.
    De behandelingen zijn individueel of in groepsverband. De behandeling vindt plaats op twee of drie dagen per week. Per dag duurt de revalidatie een aantal uren. De eerste 4 weken zijn bedoeld om een indruk te krijgen hoe het gaat met de revalidatie. Dat geldt zowel voor jou als voor het behandelteam. 

    Tijdens de behandeling heb je regelmatig een gesprek over het verloop. Er is na afloop vaak een terugkombijeenkomst. De revalidatie is alleen effectief als je alle keren aanwezig bent. Lukt dit niet, dan bespreekt de revalidatiearts met je of voortzetting zinvol is. Bij een geplande vakantie overlegt de afdeling planning met je of het beter is om pas na de vakantie te starten.
    Soms wordt iemand na afloop van de revalidatie doorverwezen voor vervolgbehandeling, bijvoorbeeld naar een psycholoog of lokale fysiotherapeut.

    Medische informatie

    Een amputatie is een ingrijpende operatie en wordt uitgevoerd als verwacht wordt dat dat je functioneren verbetert. Voordat tot een operatie wordt overgegaan bekijkt de chirurg, samen met de revalidatiearts, wat het beste amputatieniveau is. Hierbij wordt rekening gehouden met de lengte van de stomp die nodig is om na de operatie eventueel goed met een prothese te kunnen functioneren.

    Jouw wensen bij het toekomstige functioneren

    Omdat de plaats van amputeren zeer bepalend is voor het functioneren met prothese in de toekomst, is het van belang om voor de operatie al goed na te denken over je wensen bij het toekomstig functioneren. In een voorbereidend gesprek bespreek je met de chirurg of de revalidatiearts welke opties mogelijk zijn. Hierbij zal een eerste inschatting worden gemaakt of functioneren met een prothese haalbaar zal zijn. Dit is afhankelijk van je functioneren voorheen, bijkomende ziektes, amputatieniveau en andere factoren.

    In de periode na de operatie is het belangrijk dat de wond goed geneest. Een beenamputatie gaat gepaard met een relatief grote wond met veel hechtingen. Hou er daarom rekening mee dat het lang kan duren voordat deze wond geheeld is. Zeker als er sprake is van vaatlijden, diabetes en/of een slechte conditie. Een periode van twee tot drie maanden is niet uitzonderlijk.

    Complicaties na operatie

    Er kunnen zich na een amputatie verschillende problemen voordoen, zoals infecties, slechte genezing van de wond, gewrichtsproblemen of problemen met de stomp, zoals stomppijn, fantoompijn of fantoomjeuk. Ongeveer 60% tot 80% van de patiënten krijgen er in meer of mindere mate mee te maken. Klachten kunnen (tijdelijk) verergeren, bijvoorbeeld als gevolg van het dragen van de prothese, vermoeidheid of een ontsteking. 

    Nooit gedacht dat ik blij zou zijn dat mijn voet eraf was!

    “Toen ik hoorde dat mijn voet eraf ging, riep ik direct: ‘Yes, eindelijk’. De arts vond dat ik erg laconiek reageerde, maar vind je het gek. Ik liep al twee jaar met pijn. Ik was blij dat dat binnenkort over was."

    Lees het verhaal van Pieta

    Opbouw van de therapie

    Door het langdurig ziek zijn heeft je lichaam minder kracht en conditie. Het is belangrijk dat je lichaam weer went aan inspanning. Daarom wordt er gestart met oefeningen die gericht zijn op het verbeteren van de kracht van beide benen, armen en romp. Voor het verbeteren van je algehele conditie wordt gestart met conditietraining. De fysiotherapeut ondersteunt je hierbij en geeft je oefeningen die je zelf kunt doen.

    Het is van belang om na de amputatie de beweeglijkheid van de gewrichten te onderhouden. Door veel te zitten kunnen spieren verkorten en wordt het moeilijker om de gewrichten in alle richtingen te bewegen. Wanneer een spier blijvend verkort is, is er sprake van een contractuur. Een buigcontractuur van de heup en de knie moet altijd voorkomen zien te worden, omdat dit bij het rechtop komen staan en lopen met prothese voor problemen kan zorgen. Het regelmatig aannemen van houdingen waarin deze spieren gerekt worden, voorkomt dit. Vooral de heup- en kniebuigers moeten regelmatig gerekt worden. Dit wordt bereikt door regelmatig op de buik te liggen voor het strekken van de heup. Bij een onderbeenamputatie is het belangrijk om de knie, terwijl je zit, gestrekt op een stompsteun (van de rolstoel) te leggen.

    Stompvorming

    Tijdens de operatie wordt de vorm van de stomp bepaald door de chirurg. Als gevolg van de operatie ontstaat er veel vocht in de stomp. Om dit te verminderen en de stompomvang stabiel te krijgen, wordt één van de volgende behandelingen gegeven: een gipsverband, zinklijmverband, zwachtel, spalk of een speciale kous. Dit wordt toegepast totdat de stompomvang stabiel is. Meestal duurt dit ongeveer drie weken.

    Stompharding

    Het is belangrijk dat de stomp in een vroeg stadium leert om de druk van de prothese te verdragen. Je kunt oefeningen doen om de huid van de stomp als het ware sterker te maken, zoals de stomp zachtjes wassen, afwisselend warm en koud douchen, en droogwrijven. Later kun je de stomp bijvoorbeeld masseren of erop tikken. Wij raden aan deze oefeningen te doen na overleg met je therapeuten. 

    Verplaatsen zonder prothese

    In het begin zal de therapie gericht zijn op het aanleren van veilige transfers op één been. Wanneer de kracht van je niet aangedane been voldoende is, wordt gestart met balanstraining in de brug en het verplaatsen in de brug. Als dit goed gaat, wordt het huppen met een looprek of krukken geoefend, maar ook het van en naar de grond gaan en het traplopen wordt geoefend.

    Al met al leer je functioneren zonder prothese. Dit is van belang omdat je door omstandigheden in de toekomst (bijv. wondjes op de stomp, prothese kapot) je prothese soms tijdelijk niet kunt dragen.

    Hulpmiddelen

    Tijdens de revalidatie kan ook geoefend worden met rolstoel, scootmobiel of handbike om je te verplaatsen. Bewegen is en blijft belangrijk, ook in je verdere leven met een amputatie. Als er hulpmiddelen of voorzieningen nodig zijn, krijgt je daarover advies en, zo nodig, hulp bij het aanvragen ervan. 

    Wanneer je een amputatie hebt ondergaan, verandert je lichaam. Sommige mensen hebben moeite met dit andere lichaamsbeeld. Of ze hebben moeite met het afscheid nemen van activiteiten die door de amputatie niet meer mogelijk zijn of op een andere manier moeten worden uitgevoerd.

    Leeftijd, de reden van de amputatie, de bezigheden die je voorheen had en je persoonlijkheid; het zijn allemaal factoren die een verwerking kunnen beïnvloeden. Bij de één duurt dit verwerkingsproces langer dan bij de ander. De meeste mensen zijn echter, al dan niet met ondersteuning van anderen, goed in staat om met de nieuwe situatie om te gaan. De maatschappelijk werker of psycholoog van Rijndam kan je, ondersteunen in dit proces. Dit hoeft niet.

    Informatie verwerken

    Wanneer je bloeddoorstroming is verminderd of wanneer je suikerziekte hebt, kan dit voor geheugenproblemen of begripsproblemen zorgen. Tijdens de revalidatie krijg je veel instructies en adviezen van therapeuten. Soms is het moeilijk om deze instructies te begrijpen en te onthouden. Geef het aan als je dit bij jezelf merkt. 

    Wanneer jou iets ingrijpends overkomt zoals een amputatie, dan treft dat niet alleen jou, maar ook je partner of andere familieleden. Daarom betrekt de maatschappelijk werker hen bij jouw begeleiding. De maatschappelijk werker bespreekt met jou welke mensen je daarbij wilt betrekken.

    Tijdens een klinische revalidatie organiseert de afdeling waar je revalideert regelmatig meeloopdagen. Direct betrokkenen lopen een dag mee om te zien hoe je dag eruit ziet en wat je doet tijdens de verschillende therapieën. 
    Bij poliklinische revalidatie zijn partners en eventuele andere direct betrokkenen altijd welkom om mee te komen. 
    Vrienden en kennissen zijn belangrijk in het revalidatieproces. Een goed sociaal netwerk kan een stimulerende en activerende werking hebben, zowel tijdens de revalidatie als daarna. Je kunt een sociaal netwerk opbouwen door er op uit te gaan. Neem bijvoorbeeld deel aan activiteiten in de wijk, word lid van een vereniging of leg contacten via het internet.

    Seksualiteit en intimiteit

    Mensen met een amputatie krijgen soms te maken met veranderingen van de seksualiteit. Je lichaam is veranderd. Dit kan gevoelens van bevreemding en onzekerheid geven. Ondanks de behoefte aan intimiteit, komt het voor dat men elkaar niet meer durft aan te raken. Soms leven er meer praktische vragen; kan ik nog wel vrijen op de manier die ik gewend ben? Misschien heb je vragen over de invloed van medicijngebruik op je seksualiteit. Praten met je partner kan al veel onzekerheid wegnemen.

    Wil je iemand in vertrouwen nemen, dan kun je je problemen of vragen ook bespreken met je revalidatiearts, intimiteitverpleegkundige of maatschappelijk werker. Het praten over seksualiteit is niet voor iedereen even gemakkelijk, maar zij kijken er zeker niet vreemd van op als je met vragen op dit gebied komt. Zo nodig kan de revalidatiearts je verwijzen naar andere deskundigen. Zo kun je een consult aanvragen bij een seksuoloog, die verbonden is aan Rijndam.

    Wel of geen prothese?

    Het behandelteam adviseert of een prothese wel of niet mogelijk is in jouw situatie. Bij deze beslissing kijkt de revalidatiearts onder andere naar wat jouw wensen zijn, naar de conditie van jou en je geamputeerde been. Er wordt altijd een weloverwogen keuze gemaakt of een prothese mogelijk en zinvol is. 

    Wanneer je eerder het advies hebt gekregen om (nog) geen prothese te nemen maar je situatie is veranderd, vraag dan aan je fysiotherapeut of revalidatiearts wat de mogelijkheden nu zijn. Wanneer blijkt dat een prothese nu wel wenselijk is, kan je revalidatiebehandeling gestart of aangepast worden.

    Veranderingen in je situatie kunnen ook leiden tot het besluit om het gebruik van een prothese te stoppen. De behandeling richt zich dan op het leren functioneren met één been, zonder prothese. 

    Revalideren met en/of zonder prothese

    Als een prothese voor jou niet geschikt is, leer je tijdens de behandeling functioneren met één been zonder prothese. Krijg je wel een prothese, dan leer je te functioneren mét en zónder prothese.

    Kom jij in aanmerking voor een prothese? 

    Je komt in aanmerking voor een prothese, hoe gaat het nu verder? De revalidatie wordt gekenmerkt door acht verschillende fases. 

    Bekijk ze hier

    Nazorg

    Omdat een beenamputatie vaak blijvende beperkingen tot gevolg heeft, heeft Rijndam goede nazorg. Zolang dit voor jou wenselijk is kun je bij ons op controle blijven komen en hulp krijgen bij praktische problemen.

    Osseointegratie

    https://www.rijndam.nl/assets/uploads/images/behandelingen/osseo.jpg

    Heb je veel last van je kokerprothese? Misschien is een osseointegratie voor jou een uitkomst. Hierbij wordt een zogenaamde klikprothese verbonden met het bot, waardoor er geen kokerprothese meer nodig is. De klikprothese zorgt voor een betere kwaliteit van leven; het lopen van langere afstanden is meestal weer mogelijk. Heel jonge mensen en sporters kiezen meestal niet voor een osseointegratie, want sporten met veel impact worden afgeraden, de osseointegratie kan niet goed tegen harde klappen.

    Het Osseointegratie Centrum Rotterdam is een bijzonder samenwerkingsverband tussen Rijndam Revalidatie, het Erasmus MC en Rijndam Orthopedietechniek. Binnen dit samenwerkingsverband wordt het hele proces aangeboden, van operatie tot revalidatie. 

     Meer informatie

    Bekijk de folder

    Nooit gedacht dat ik ooit weer de avondvierdaagse zou lopen

    Thea

    Na 15 jaar in een rolstoel gezeten te hebben, liep Thea dankzij een osseointegratie (en heel veel doorzettingsvermogen) weer de avondvierdaagse!

    Lees Thea's verhaal