Het woord afasie komt uit het Grieks. A betekent niet, fasie betekent spreken. Iedereen met afasie heeft een probleem met de taal. Maar afasie uit zich bij iedereen anders: er zijn mensen die wel kunnen spreken maar niet meer op sommige woorden kunnen komen. Daarnaast zijn er mensen die goed kunnen spreken maar niet goed meer kunnen begrijpen.
Het kan zijn dat iemand afasie ook moeite heeft met lezen, doordat geschreven woorden niet meer begrepen worden. Of er zijn problemen met schrijven, omdat iemand niet meer weet hoe je letters kan schrijven.
Problemen met lezen en schrijven hebben ook te maken met hoe goed je nog kan zien of met je geheugen.
Afasie
Afasie is een communicatieve beperking bij een taalstoornis als gevolg van hersenletsel. Een afasie heeft ernstige gevolgen voor het dagelijks functioneren. Gezonde sprekers maken moeiteloos gebruik van taal in alle dagelijkse situaties, maar mensen met afasie niet meer. Niet alleen het spreken is aangedaan, maar ook het begrijpen van gesproken taal, het schrijven en het lezen. Afasie komt voor bij volwassenen, maar kan ook ontstaan bij kinderen. Revalideren kan helpen met het verbeteren van functioneren, maar ook bij de omgang met de omgeving.
Scroll naar
Wat is afasie?
Afasie is een communicatieve beperking bij een taalstoornis als gevolg van hersenletsel. Een afasie heeft ernstige gevolgen voor het dagelijks functioneren. Gezonde sprekers maken moeiteloos gebruik van taal in alle dagelijkse situaties, maar mensen met afasie niet meer. Afasie beïnvloedt alles wat met taal te maken heeft. Niet alleen het spreken is aangedaan, maar ook het begrijpen van gesproken taal, het schrijven en het lezen. Afasie komt voor bij volwassenen, maar kan ook ontstaan bij kinderen. Ook mensen met een matige tot lichte vorm van afasie ervaren problemen in de communicatie.
Medische informatie
In je hersenen zitten aan de linkerkant een aantal gebieden, die heel belangrijk zijn voor taal. Als er in of rondom deze gebieden schade optreedt, heeft dit gevolgen voor taal en communicatie. De oorzaak is meestal een hersenbloeding of een herseninfarct. Maar afasie komt ook voor bij een schedeltrauma, een infectie in de hersenen of een hersentumor.
Wanneer je afasie hebt, kun je onder andere moeite hebben met:
- het voeren van gesprekken;
- het doen van boodschappen (onder andere etiketten lezen, gesprek met de kassière);
- het opstellen en lezen van e-mails;
- het deelnemen aan gesprekken met meerdere personen (bijvoorbeeld bij visite of in een vergadering);
- het kijken van televisie (luisteren en verwerken van gesprekken, maar ook het lezen van de ondertiteling).
Taal lijkt simpel. Gezonde mensen gebruiken taal zonder erbij na te denken. Pas wanneer er een taalstoornis optreedt, wordt duidelijk hoe complex taal is. Om bijvoorbeeld een verhaal te vertellen, moet je:
- de juiste woorden vinden;
- een zin maken door de woorden in de juiste volgorde te zetten, het werkwoord te vervoegen; enzovoort);
- de zinnen in een begrijpelijke volgorde zetten;
- alles uitspreken.
En dat allemaal binnen een seconde!
Bij afasie is het automatisch gebruiken van taal weg. We hebben taal nodig in de communicatie met anderen. Voor gesprekspartners is de afasie vaak even moeilijk. Die vraagt zich af: kan ik helpen? Mag ik aanvullen? Mag ik zeggen dat ik het niet begrijp? Zo kan een relatie of vriendschap onder druk komen te staan.
Wanneer je een afasie hebt, is de kans groot dat je ook andere cognitieve problemen hebt. Daarmee bedoelen we de denkfuncties zoals redeneren, onthouden en plannen. Als je problemen hebt met onthouden, dan kan dat invloed hebben op je dagelijkse gesprekken. Het is dan bijvoorbeeld lastiger om te vertellen wat je vorig weekend meegemaakt hebt. Andersom gebruik je taal soms ook bij het denken. Als je je goed moet concentreren, of iets op moet lossen, kan het zijn dat je jezelf coacht door hardop te zeggen wat je moet doen. Taal en denken zijn dus met elkaar verbonden. Na hersenletsel is het mogelijk dat beide functies verminderd zijn, maar dat hoeft niet. Het is ook mogelijk dat alléén taal of alleen het redeneren (of onthouden of plannen) veranderd is.
Ook emotie is verbonden met taal. Sommige mensen klappen bijvoorbeeld dicht als er iets vervelends gebeurt. Terwijl anderen juist nauwelijks kunnen stoppen met praten als ze iets bijzonders hebben meegemaakt. En dan is er ook nog invloed van vermoeidheid op taal. Als je erg moe bent, iets waar veel mensen na hersenletsel mee te maken hebben, gaat alles slechter. Mensen met afasie kunnen bij vermoeidheid nóg moeilijker op woorden komen. Of nóg moeilijker volgen, begrijpen en onthouden wat anderen tegen hen zeggen. Dus zowel het denkvermogen als emoties én vermoeidheid kunnen invloed hebben op taalgebruik in de dagelijkse communicatie.
Behandeling bij Rijndam
Bij vermoedens van afasie doet de logopedist eerst taalonderzoek om te bepalen waar de problemen liggen. Met een taalonderzoek kunnen verschillende taalfuncties onderzocht worden: praten, begrijpen van gesproken taal, lezen en schrijven. Welke functies onderzocht worden en welke tests daarvoor gebruikt worden, hangt af van de ernst van de taalproblemen en van de hulpvraag van de patiënt. Na het taalonderzoek geeft de logopedist uitleg over de resultaten en de diagnose. En ook wordt besproken wat de behandelmogelijkheden zijn.
Op verzoek van een logopedist, arts, patiënt met communicatieproblemen of een familielid kan het Afasieteam worden ingeschakeld voor diagnostiek en behandeladvies van taal- en communicatieproblemen die ontstaan zijn na hersenletsel
Het multidisciplinair Afasieteam is gespecialiseerd in diagnostiek en therapieadvies bij communicatieproblemen als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel.
Daarnaast vervult het Afasieteam Rijndam landelijk een voortrekkersrol in de ontwikkeling van afasierevalidatie door scholing, ontwikkelen van therapie- en testmateriaal en een nauwe betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek.
Mensen hebben naast afasie vaak ook andere klachten (zoals bijvoorbeeld halfzijdige verlamming, vermoeidheidsklachten enzovoort). Daarom is de behandeling van afasie bij Rijndam onderdeel van het behandelprogramma van niet-aangeboren hersenletsel. Binnen dit behandelteam is de logopedist primair verantwoordelijk voor de behandeling van afasie.
Er zijn verschillende soorten therapie. Deze worden vaak in combinatie gegeven:
Taal-therapie
Deze therapie is gericht op het verminderen van je taalproblemen. Bijvoorbeeld wanneer je moeite hebt met het formuleren van zinnen, krijg je hier oefeningen voor. Of wanneer je moeite hebt met het begrijpen van taal krijg je hier oefeningen voor. De logopedist beschikt over een ruime hoeveelheid aan trainingsmateriaal. Zij kiest oefeningen voor jouw persoonlijke situatie.
Communicatie-therapie
Bij communicatie-therapie ligt de aandacht op de manier van communiceren. De nadruk ligt niet op het verminderen van het taalprobleem, maar op het communiceren ondanks jouw taalproblemen. Soms kan dit betekenen dat je op andere manieren leert communiceren, bijvoorbeeld door iets te omschrijven als je het juiste woord niet kan vinden of door aan te wijzen op je telefoon.
Participatie-therapie
Hierbinnen bekijken we hoe de communicatie in jouw dagelijks leven eruit ziet. We bespreken tips om barrières weg te halen en we oefenen in dagelijkse situaties.
Partnertraining
Omdat de afasie niet alleen jou raakt, maar ook jouw partner, vraagt de logopedist je partner om regelmatig mee te komen naar de logopedische therapie om adviezen te geven.
Jullie kunnen ook kiezen om samen te trainen, waarbij de logopedist ook oefent met je partner of familielid. Je partner leert wat hij of zij kan veranderen zodat de communicatie tussen jullie beide beter verloopt.
Klik hier om meer te lezen over partnertraining (= Link naar folder over partnertraining )
De logopedist bespreekt met jou of deelname aan een groep voor jou zinvol is.
Informatie voor naasten van mensen met afasie
Ook voor de naasten van een persoon met afasie heeft dit grote gevolgen. Want de communicatie, die voorheen vanzelf ging, is een worsteling geworden. Communiceren doe je altijd samen. Dat betekent dat wanneer iemand zonder afasie wil communiceren met iemand met afasie dit ook voor hem gevolgen heeft. Daarom adviseren onze logopedisten ook je omgeving over afasievriendelijke communicatie. Zo zijn alle mensen met hersenletsel zijn sneller moe. Creëer momenten van rust. Bespreek zaken op momenten dat de ander niet moe is. En maak niet van elk gesprek een taaltraining. Verbeter niet. Het gaat erom dat je de boodschap begrepen heeft.
Nog enkele tips
- Praat rustig en bouw pauzes in;
- Zorg voor een rustige omgeving (doe de televisie uit, vermijd achtergrondgeluid);
- Geef iemand met afasie de tijd om iets duidelijk te maken;
- Als iemand een woord niet kan vinden stel dan vragen in plaats van het in te vullen;
- Stel controlevragen: "Bedoel je dat ……";
- Initieer activiteiten die niet met taal te maken hebben (bijvoorbeeld naar een concert gaan).
Grip op het gesprek (video)
Herstel en blijvende klachten
Bij de meeste mensen vindt het grootste herstel plaats in de eerste drie maanden na de beroerte. Daarna is er nog wel vooruitgang in de taal mogelijk, maar dat gaat in minder grote stappen. Hoe het herstel verloopt, is per persoon verschillend. Het is (nog) niet te voorspellen wie helemaal herstelt en wie last houdt van afasie. Uit onderzoek blijkt dat na een jaar de helft van de mensen met afasie weer spreekt. Helaas is ook bij deze mensen het spreken alleen niet meer zo vanzelfsprekend als voorheen. Het kost meer moeite dan voor het hersenletsel.
Het herstel van taal is enerzijds een gevolg van natuurlijke processen in de hersengebieden. Hersengebieden die tijdelijk te weinig zuurstof kregen worden weer geactiveerd. Ook komt het voor dat andere hersengebieden functies overnemen van afgestorven hersengebieden. Anderzijds levert logopedie een belangrijke bijdrage aan het herstel van taal door gerichte oefeningen. De logopedist geeft u vaak ook huiswerkopdrachten.
Blijvende klachten
Veel mensen houden klachten. Dit is voor velen vaak lastig te accepteren. Bij Rijndam helpen we u hierbij. De behandelaren geven u tips en adviezen en kijken, wanneer zinvol, naar ondersteunende middelen, om u te helpen in het dagelijks leven. De logopedist kan u bijvoorbeeld andere manieren van communiceren aanleren en u bekend maken met hulpmiddelen die voor u van meerwaarde zijn.
Waar u tegenaan kunt lopen na uw revalidatie
Afasie heeft grote gevolgen voor u, maar ook voor de mensen om u heen (partner, (klein)kinderen, vrienden, familie en collega’s. Als u afasie heeft, dan merkt u dat het spreken met de mensen om u heen moeilijker gaat en ook het begrijpen van wat zij zeggen. We horen vaak van mensen met afasie dat ze zich daarom terugtrekken. Dat ze bijvoorbeeld niet meer de telefoon opnemen, naar de hobbyclub gaan of naar sociale evenementen zoals verjaardagen of feestjes. Veel mensen geven dan ook aan dat ze zich geïsoleerd voelen.