Bart 2.0
‘’Hallo, ik ben op zoek naar Bart 2.0. Kent u hem misschien?’’ De vrouw met krullend haar kijkt me bedenkelijk aan. ‘’Bart 2.0 zegt u? Nee, ik geloof niet dat ik die ken.’’ Er valt een korte stilte. Uit mijn broekzak haal ik een foto tevoorschijn en laat die aan de vrouw zien. ‘’Dit is hem!’’ zeg ik, ‘’Gaat er nu misschien ergens een belletje rinkelen?’’ De vrouw bekijkt de foto aandachtig en antwoordt: ‘’hij komt me wel heel bekend voor. Is het misschien het broertje van Bart 1.0?’’ Verrast kijk ik haar aan. ‘’Min of meer,’’ antwoord ik, ‘’min of meer.’’
De volgende dag kom ik de vrouw met krullend haar opnieuw tegen in de gang. ‘’En heeft u hem al gevonden?’’ vraagt ze nieuwsgierig. ‘’Nog niet,’’ antwoord ik. ‘’Als ik hem vind, bent u de eerste die het hoort!’’ De vrouw zwijgt en glimlacht vriendelijk. Beiden vervolgen we ons weegs.
Tijdens mijn periode in Rijndam spraken mijn ergotherapeut en mijn psycholoog vaak over Bart 2.0. Ik moest aan hem gaan werken. Maar hoe kun je nu aan een tweede versie gaan bouwen als je niet eens goed weet hoe de eerste in elkaar stak? Toen ik met mijn revalidatie begon, zat ik namelijk aan het einde van mijn tienerjaren. Je hoort vaak dat tieners toch al behoorlijk onzeker zijn en soms moeite hebben om zichzelf te doorgronden. Kan je nagaan hoe dat is voor een tiener met niet-aangeboren hersenletsel… De onzekerheid was bij mij dan ook buitenproportioneel toegenomen doordat ik een stuk van mezelf was verloren. Zo vertrouwde ik mijn eigen ogen niet meer omdat ik meer dan eens iets over het hoofd zag. Daarnaast deed ik regelmatig gekke dingen. Zo probeerde ik herhaaldelijk te pinnen met mijn ID-kaart en kreeg ik niet meer de juiste briefjes geld uit de geldautomaat. Als ik bijvoorbeeld vijf briefjes van tien wilde, kwam er om de een of andere reden altijd slechts één 50 eurobiljet uit. Geen ramp natuurlijk, maar het was ook niet de bedoeling en de gedachte ‘’ik kan ook niets’’ liet het dan niet na om genadeloos toe te slaan. Verder had ik moeite met de bestelzuilen in de McDonalds. Ik kan me nog goed herinneren dat ik een keer een hamburger, friet en een cola wilde bestellen. Het was echter redelijk druk en daardoor functioneerde ik, om het zacht uit te drukken, niet optimaal. Zo eindigde ik met alleen een hamburger op mijn dienblad. Waar waren de frietjes en mijn cola gebleven? Ach, het zal wel weer aan mij liggen. Ik ook met mijn stomme kop.
Gelukkig leerde ik hier in Rijndam trucjes voor. Als ik nu bijvoorbeeld in een McDonalds kom en het is er druk, dan kies ik zo mogelijk geen zuil die in het midden staat. Het is beter om voor een bestelautomaat aan de zijkanten te kiezen. Hierdoor sta ik niet op het drukste punt waardoor ik iets minder last heb van de talrijke prikkels. Daarnaast helpt het ook dat ik het me nu wat minder aantrek als ik er lang over doe. De klant achter mij moet dan maar even wat meer geduld hebben. Zolang ik maar het juiste eten en drinken op mijn bordje krijg, kan het mij niet schelen wat de persoon achter mij denkt. Tegenwoordig leer ik diegene met alle liefde ‘’een lesje in geduld.’’
In Rijndam heb ik dan ook hard aan mezelf gewerkt. Langzaam maar zeker nam mijn zelfvertrouwen weer toe en leerde ik steeds beter om met mijn beperkingen om te gaan. Bart 2.0 kreeg steeds meer vorm, maar zou pas een paar jaar later worden voltooid. En misschien is hij dat nog steeds niet helemaal. De acceptatie en erkenning zijn er, maar er wordt zo af en toe nog steeds gestruikeld. Misschien is dat ook wel een mooie benaming voor revalideren: ‘’in voorwaartse beweging struikelen.’’ Steeds weer opnieuw.
Enige tijd na onze eerste ontmoeting, kom ik de vrouw met krullend haar opnieuw tegen. Het is een zonnige nazomerdag en ze zit weer op haar oude, vertrouwde plekje. ‘’Ik heb hem gevonden hoor,’’ zeg ik opgetogen.’’ ‘’Ohja?,’’ antwoordt de vrouw, ‘’waar is hij dan?’’ ‘’Hij staat tegenover u,’’ zeg ik met trotse stem. ‘’Ach, nee toch,’’ roept de vrouw verrast uit, waarna ze haar hand naar mij toereikt. ‘’Wat leuk u hier te ontmoeten. Ik heb uw broer nog gekend.’