De lente lacht
Na mijn intake met de revalidatiearts begin dit jaar heeft zij in samenspraak met mij bedacht welke disciplines binnen Rijndam iets voor mij zouden kunnen betekenen. In mijn geval waren dat ergotherapie, psychologie en maatschappelijk werk. Fysiek mankeer ik gelukkig helemaal niets, dus fysiotherapie en logopedie waren niet nodig. Met elk van de disciplines heb ik inmiddels een intakegesprek gehad en is het traject opgestart.
Wat betreft mijn energiehuishouding is Rijndam een grote uitdaging. Ik loop behoorlijk leeg op de intensieve, lange gesprekken. Regelmatig twee achter elkaar en soms met maar een kwartier pauze tussendoor. Maar met name het praten over mezelf valt me zwaar. Waar ik aan de vooravond van dit traject dacht dat ik het heerlijk zou vinden om eens ongegeneerd over mijn hersenletsel te kunnen praten, zonder familie of vrienden daarmee te vermoeien, merk ik nu dat het me steeds meer tegen gaat staan. Steeds weer vertellen wat ik lastig vind, waar ik tegenaan loop, wat er is veranderd ten op zichten van vroeger, mijn frustraties, de dingen waar ik verdrietig van word. En steeds kom ik bij hetzelfde punt uit: ik mis mezelf.
Ik vind het ook vermoeiend – en verwarrend – dat ik steeds in herhaling val bij de verschillende disciplines. Dat was vooral zo in de weken van de intakes, omdat alle zorgverleners hun eigen beginsituatie helder wilden hebben en dus heel breed de situatie uitvroegen. Maar ook nu, nu we overal echt opgestart zijn, zit er veel overlap. Ik hoor mezelf regelmatig twee, of soms zelfs drie keer, hetzelfde voorval vertellen of hetzelfde voorbeeld opdiepen. Tel daarbij op een heel slecht werkgeheugen en je snapt dat het soms voor mij een brij is wie ik wat wanneer heb verteld.
De mooiste kastanjeboom van Rotterdam
Dat maakt dat ik steeds een beetje verdrietig op de fiets terug naar huis zit. Vol van frustrerende voorvallen die uitgebreid uitgekauwd zijn en van verschillende kanten benaderd. Ik heb dan twintig minuten om mijn positiviteit te hervinden, want ik vertik het om twee keer per week verdrietig thuis te komen. Gelukkig is het eindelijk lente, en fiets in onder bomen door vol met verse groene bladeren, hoor ik vogeltjes fluiten, zie ik mensen samen lachen op straat, staat overal de bloesem in bloem en fiets ik onder de mooiste kastanjeboom van Rotterdam door.
Het helpt. Op die momenten zie ik ook de positieve kant van het pakket aan zorgverleners dat mij helpt bij Rijndam. De verschillende disciplines vullen elkaar ook heel mooi aan. Als ik weer eens een frustrerend voorval heb meegemaakt (agenda in de war, waardoor een uur te laat bij de bedrijfsarts, bijvoorbeeld), benadert de ergotherapeut dat vanuit de praktische kant. Zij kijkt met mij waarom ik in de war was; een resultaat van te drukke dagen en te weinig slaap. Met haar kijk ik hoe ik mijn energie beter kan verdelen.
De maatschappelijk werkster praat met me over mijn relatie met de bedrijfsarts; hoe reageerde ze, hoe voelde dat voor mij, hoe is ons contact tot op heden geweest? Met haar werk ik tijdens dit traject aan een van mijn grootste hulpvragen: hoe kan ik mijn sociale contacten goed op peil houden, zonder daarbij te veel energie te verspillen.
Onder alle frustratie, verdriet en boosheid ligt bij mij een onverwerkte rouw ten grondslag. Rouw om mezelf, om wie ik was. Ik heb nog niet geaccepteerd dat ik daar niet naar terug kan. Dat wist ik al. Maar het is een verademing dat ik daar nu met de psychologe naar kan kijken. Zij draagt zorgt voor dit proces, en heeft gelukkig altijd een doos tissues op haar bureau staan.
De lente is er
Het is intensief, dit proces. En ook al is er zo hier en daar overlap, en worden dingen soms herhaald, als je geheugen een vergiet is en je spanningsboog ongeveer zo lang als die van een kleuter, is dat helemaal niet zo erg. Herhaling zorgt ervoor dat de dingen beter beklijven. Overlap zorgt ervoor dat de dingen waar ik tegenaan loop vanuit verschillende kanten benaderd worden. En ik begin nu te merken dat het traject zijn vruchten begint af te werpen. Waar ik eerst zeer gefrustreerd aan het zaaien was in een koude, harde grond waar ik amper gaatjes in kreeg, beginnen er nu kleine plantjes te groeien.
De lente is er. In de natuur, maar ook in mijn hoofd lijkt hij langzaam te gaan lachen. De lange, lange winter is eindelijk voorbij. En al kan het af en toe onverwachts hagelen of stormen, de zon zal daarna weer tevoorschijn komen. Als je door de wolken heen kijkt, zie je dat hij daar nog is.