Het verhaal van Anouk
Anouk (18) is 13 jaar als ze een blessure oploopt tijdens het sporten. Normaal gesproken gaat een blessure na verloop van tijd weer over, maar dat was bij Anouk niet het geval. De pijn werd erger en ze kon op den duur zelfs niet meer lopen. Via de huisarts kwam ze in het ziekenhuis terecht, daar kon men niet vinden wat er aan de hand was, ondanks lang onderzoek. Uiteindelijk kwam Anouk terecht in het Sophia Kinderziekenhuis waar het complex regionaal pijn syndroom (CRPS) werd vastgesteld.
Lange weg
‘Het was fijn om eindelijk een diagnose te hebben en daarmee aan de slag te gaan. Maar ik had nog wel een lange weg te gaan. Ik kon niet naar school vanwege de pijn en omdat ik niet kon lopen. Ook was ik ontzettend moe. Wel was ik vastberaden om me niet anders te voelen dan anderen en daarom heb ik mijn best gedaan om mijn middelbare school af te ronden. Ik studeerde thuis en kon aangepast mijn toetsen maken. Mijn examens heb ik wel op school gedaan. Ik was heel trots op mezelf dat ik mijn diploma heb gehaald. Natuurlijk heb ik veel gemist, want ik zat thuis en vriendinnen gingen lekker op stap. Dat hoor je ook te doen als je jong bent, maar voor mij was dat anders.
Steeds meer zelfvertrouwen
Na mijn examen was ik vastberaden om aan de slag te gaan met mijn aandoening. Ik wilde alles aangaan en beter worden. Ik ben negen weken klinisch in behandeling geweest bij Rijndam, hierna nog een aantal maanden poliklinisch. Dit heeft enorm veel voor mij betekend. Toen ik bij Rjindam kwam was ik heel kwaad op de pijn en dat ik niet kon lopen. Ik heb geleerd dat ik niet boos moest zijn op de pijn, maar dat die er mag zijn. Ik moest me focussen op de dingen die ik nog wel kon doen. Met de ZeroG heb ik weer geleerd om te leren lopen, dat ging niet altijd goed, dat frustreerde me. Maar dan was er gelijk de fysiotherapeut, psycholoog of maatschappelijk werker met wie ik daarover in gesprek kon. Ik kreeg steeds meer zelfvertrouwen en met een voetspalk lukte het om weer mijn eerste stappen te zetten. Dan ervaar je hoe bijzonder het is om gewoon te kunnen lopen.
Rooskleurige toekomst
Ook de jongeren met wie ik tegelijkertijd in de kliniek verbleef waren waardevol. Je praat met elkaar en helpt elkaar. Natuurlijk had ik veel steun aan iedereen thuis, maar de jongeren in de kliniek begrepen elkaar. Ik heb daar echt vrienden voor het leven gemaakt.
Inmiddels ben ik 18 jaar en gaat het heel goed met me. Na mijn revalidatie bij Rijndam ben ik blijven oefenen met mijn fysio thuis en ik kan bijna alles weer. Ik loop en fiets weer. Mountainbiken is een grote hobby van me. Als ik nu weleens in de regen fiets, dan denk ik heerlijk, omdat ik kan fietsen. Mijn aandoening heeft me enorm leren relativeren. De toekomst zie ik heel rooskleurig tegemoet. Ik studeer aan de PABO en vind het heerlijk om met kinderen aan de slag te zijn. Ik zie mezelf zeker over een paar jaar als lerares. Het past helemaal bij me.'